vaandel

De Franciscaanse Lekenorde /
Orde van Franciscaanse Seculieren

1 De franciscaanse beweging is een evangelische optie die open staat voor mensen van uiteenlopende levenswandel. Aan Franciscus wordt de stichting van drie Orden toegeschreven:
a. de eerste - in tijd -  is die van de minderbroeders (1209). Franciscus noemde de broederschap natuurlijk niet naar zichzelf. Dat hebben later anderen gedaan. Ten gevolge van diverse conflicten hebben de minderbroeders zich in de loop der eeuwen in drie takken gesplitst: franciscanen, kapucijnen en conventuelen. Het gaat hier om een rondtrekkende broederschap;
b. de tweede is die van de arme vrouwen. Dit is eigenlijk een stichting van Clara (ong. 1212). Hieruit ontstonden de clarissen, die in de loop der tijden ook enkele splitsingen kenden. Het gaat hier om een gemeenschap van contemplatief levende vrouwen;
c. de derde is die van gelovige mannen en vrouwen die zich door de broeders en/of de zusters geïnspireerd voelden. Een brief die Franciscus circa 1221 aan deze mensen schreef is later de basis van een leefregel geworden. Een orde in strikte zin is dit echter pas in 1289 geworden. Het gaat hier om een lekengemeenschap van vrouwen en mannen.
In de loop van de geschiedenis is deze 'derde orde' in twee takken uitgebot:
i. de reguliere derde orde, afzonderlijke gemeenschappen van mannen of vrouwen die genoemde leefregel aannamen;
ii. de seculiere derde orde of franciscaanse lekenorde (FLO), een samenkomende lekengemeenschap van mannen en vrouwen.
Deze drie orden zijn eigenlijk samen geboren in de begintijd van de franciscaanse beweging. Ze zijn een teken van de oorspronkelijke wijze waarop Franciscus de tekenen van zijn tijd verstond. In dit overzicht ligt de nadruk op de geschiedenis van de franciscaanse lekenorde.
up

De Orde van de Penitenten of Boetelingen

2 Vanaf de eerste eeuwen van het christendom was de orde van de Penitenten de institutionele vorm waartoe mensen behoorden die een aantal boetepraktijken vanwege de Kerk opgelegd kregen én mensen die de boetvaardigheid in alle vrijheid in praktijk brachten als een weg van evangelische vervolmaking. In de middeleeuwen werd deze orde tamelijk populair. Ze bestond uit verschillende typen boetvaardigen zoals oblaten, kluizenaars en pelgrims. De laatste paar honderd jaar voorafgaand aan het optreden van Franciscus is er zelfs sprake van een uitzonderlijke tendens in deze richting. Dit blijkt ook uit de grote hervormingen van religieuze gemeenschappen in die tijd. In dit verband verdienen Romuald (+ 1027), Petrus Damiani (+ 1072), Johannes Gualbertus (+1073), de hervorming van Cluny, en Bernardus van Clairvaux (1091-1153) vermelding. 

3 De boetebeweging groeide nog in populariteit na de Gregoriaanse hervorming aan het einde van de 11e eeuw. Het was toen een spontane beweging, die onder de leken wijdverspreid was. Karakteristiek voor deze beweging waren een nadruk op apostolisch leven, die vorm kreeg in armoede, volkse prediking, boetepraktijken en het bewijzen van barmhartigheid aan uitgestotenen, melaatsen enzovoort.

4 Het spontane karakter van de boetebeweging droeg bij aan de snelle ontwikkeling, maar leidde soms ook tot ketterse tendensen. Bovendien waren de officiële structuren van de kerk, zoals de pauselijke curie, de bisschoppen en vele kloosters vaak niet zo geïnteresseerd in de grote evangelische begeestering onder de leken. Dit gebrek aan belangstelling en sturing was een van de grote oorzaken van de verspreiding van de ketterij. Dat was bijvoorbeeld het geval met de Katharen in Frankrijk en Italië.

5 De behoefte aan échte hervorming van de kerk droeg bij aan de inzet van paus Innocentius III om ruimte te maken voor de boetebewegingen en de rechtgelovigheid ervan. Zo had rond 1195 - toen Franciscus nog een tiener was - een groep boetelingen in Noord-Italië zich aaneengesloten onder de naam Humiliaten. Innocentius III keurde hun leefregel in 1201 goed. Dat deed hij ook in 1208 met de Arme Katholieken en in 1209 met de Arme Lombarden. In dat opzicht was de tijd rijp toen Franciscus zich met elf broeders in 1209 tot de paus wendde. Innocentius keurde de eenvoudige tekst van hun toenmalige regel mondeling goed. up

Franciscus van Assisi als boetvaardige

6 In de openingszinnen van zijn Testament deelt Franciscus mee hoe de Heer hem tot een boetvaardig leven bewogen heeft. Vanaf het begin verstaat Franciscus zichzelf als een boeteling die de weg van de bekering gaat. In het kerkje van San Damiano werd hij volgens de oudste levensbeschrijving oblaat (1 Cel 9). Nadat hij voor bisschop Guido afstand had gedaan van de erfenis van zijn vader Pietro di Bernardone, kleedde hij zich als een arme kluizenaar (3 Gez 25.27). De eerste tijd duidden de broeders zich aan als "viri poenitentiales de civitate Assisii oriundi" - dat wil zeggen als "boetelingen uit Assisi" 3 Gez 37).

7 Franciscus' oorspronkelijke inspiratie om de voetstappen van Jezus te drukken was nauw verbonden met een boetvaardige levenswijze, zoals uit de volgende aanhalingen uit de levensbeschrijving van Thomas van Celano en Bonaventura blijkt:
"Franciscus, de dappere ridder van Christus, trok daarna door dorpen en steden. Hij sprak over het Godsrijk, verkondigde de vredesboodschap en onderrichtte de mensen over hun heil en over de weg van de boetvaardigheid... En ze stroomden toe, mannen, vrouwen, geestelijken, kloosterlingen. Ze wilden de man van Gods zien en horen. Hij leek voor hen een man van een andere wereld...
Veel mensen, aanzienlijken en onaanzienlijken, geestelijken en leken, verlangden onder Gods inspirerende werking zich bij Franciscus aan te sluiten en onder zijn leiding en toezicht te staan. De man van God deed hen allen de bevruchtende werking van zijn genadegaven ondervinden. Hij verrijkte de akker met bloemen van deugdzaamheid, want hij verstond zijn vak. Zijn voorbeeld, zijn leven en zijn leer vormen de stuwende kracht, die in beide geslachten de Kerk van Christus opnieuw tot leven brengt. Aan drie groepen gaf hij een richtsnoer voor hun leven en hij toonde naar waarheid de weg naar het heil voor elke levenswandel" (1 Cel 36-37).

8 "(Franciscus) werd een voorbeeld voor hem die Christus volledig wilden volgen. We hebben voldoende reden om daarvan overtuigd te zijn. Om te beginnen is er de zending die hij ontving om 'alle mensen op te roepen tot berouw, om hun hoofd te scheren en in zakken gekleed te gaan' (Jes 22,12) 'en een teken te schrijven op het voorhoofd van hen die weeklagen' (Ez 9,4). Hij tekende allen met het kruis van boetvaardigheid en kleedde hen net als hijzelf in een habijt dat de vorm van een kruis had" (LegMaj, Voorwoord). up

Franciscus, 'stichter' van de orde van de Penitenten

9 De Derde Orde van Boetvaardigen was geen uitvinding van Franciscus. Hij nam wel het initiatief om verschillende groepen van boetvaardigen onder de leken samen te brengen en een evangelische levenswijze voor hen te formuleren.

10 De franciscaanse bronnen zijn vrij duidelijk als het om het begin van de orde der mindere broeders en de arme vrouwen van San Damiano gaat. Zo is het met het begin van de orde van de Penitenten niet.

11 Er zijn wel allerlei getuigenissen te vinden. Zo kwam er een vrouw uit Cortona naar de kluizenarij van Le Celle en vroeg Franciscus haar te helpen om een leven in boetvaardigheid te leiden in haar huwelijkse staat (2 Cel 38). Elders wordt de bekering van de inwoners van Greccio vermeld. Het Verhaal van de Drie Gezellen verwijst naar iets als een orde: "Mannen, vrouwen en maagden ontstoken in vuur en vlam door de prediking van de broeders en gingen in bepaalde kloosters boete doen. Een van de broeders werd aangesteld als hun visitator en leidsman. Gehuwde mannen en vrouwen kregen van de broeders de raad zich toe te leggen op een leven in boetvaardigheid in hun eigen woning" (3 Gez 60). Julianus van Spiers schrijft in zijn levensbeschrijving: "De derde (orde) staat bekende als de orde van de Penitenten. Deze orde is niet minder volmaakt dan de andere twee. Ze staat open voor alle clerici en leken, voor ongehuwden en echtparen. Mannen en vrouwen kunnen zich er ter wille van hun heil bij aansluiten."

12 Bonaventura schrijft in zijn grote levensbeschrijving (nà 1260):  "Meegesleept door de kracht van zijn prediking namen veel mensen de nieuwe regel van boetvaardigheid aan van wat Franciscus de orde van de Penitenten noemde."

13 Het Begin van de Orde van de Mindere Broeders geeft zelfs aan dat de orde van de boetvaardigen door de paus werd goedgekeurd. Maar met dat geschrift zijn we nog wat verder in de tijd.

14 Dat geldt ook voor het 16e verhaal van de Fioretti, dat vertelt dat Franciscus in het dal van Spoleto vlakbij Cannara een leefregel gaf aan leken die het evangelie radicaler wilden beleven.

15 Volkse overlevering duidt een rijke koopman uit Poggibonsi, ene Luchesio, samen met zijn vrouw Buonadonna, aan als de eerste tertiarissen. Luchesio stierf op 28 april 1260 en wordt als zalig vereerd.

16 Het is nu vrij algemeen aanvaard dat Franciscus' Brief aan de Gelovigen het begin vormt van de levensvorm van de Penitenten. up

De Brief aan de Gelovigen

17 Kajetan Esser suggereerde dat het begin van de orde van de Penitenten veel gemeen heeft met het begin van de orde van de Minderbroeders. De regelredactie van 1221, was in het geval van de eerste orde de vrucht van voortgaande bewerking van de oorspronkelijke tekst als verwerking van de ervaringen van de jonge broederschap in de periode van 1210-1221, dat wil zeggen tussen de mondelinge goedkeuring door paus Innocentius van de oerregel en de laatste bewerking van de "Regula non bullata". Op dezelfde wijze kan men de brief aan de Gelovigen lezen als de oudste kern van de levenswijze van de Penitenten.

18 Boetvaardigheid is het sleutelwoord van de brief aan de Gelovigen. Het document laat zien hoe Franciscus leefregels formuleert voor mensen die de radicale oproep van het evangelie serieus willen nemen in hun eigen levensstaat. De stijl van de brief is die van een aansporing. De inhoud omvat de minimale voorwaarden voor een leven in boetvaardigheid. Het gaat om het mandaat van liefde, afstand nemen van de zonde, deelname aan de Eucharistie en het sacrament van de boete, en het bewijzen van barmhartigheid als vrucht van een boetvaardig leven. Dit alles staat tegen de achtergrond van een trinitarische spiritualiteit en het drukken van Jezus' voetstappen in de drievoudige verhoudingen van bruiden, broeders en moeders. Daartegenover staat het plaatje van iemand die geen boetvaardigheid wil beleven. Franciscus schildert de dood van zo'n mens plompverloren maar realistisch. De stijl is dus die van enkele aansporingen aan broeders en zusters die de evangelische metanoia ernstig willen nemen. Ze vormen de kern van de levenswijze van de orde van de Penitenten. up

Het "Memoriale Propositi" (1221)

19 Om de groei van de penitenten in Noord-Italië in goede banen te leiden, wordt onder leiding van de pauselijke legaat, kardinaal Hugolinus, in 1221 het Memoriale geschreven. Dit is de oudste ons bekende regel. De titel luidt: Handvest van de leefwijze van de broeders en zusters van de boetvaardigheid, die in hun eigen huizen wonen. Het is een samenvoeging van voorschriften uit de statuten van diverse lekenbewegingen. Aanvankelijk nemen alleen zuster- en broederschappen in Noord-Italië het Memoriale aan.

20  De Penitenten worden erin aangeduid als Broeders en Zusters, verbonden door onderlinge liefde. Het evangelisch verbod wapens te dragen was van grote betekenis in een oorlogszuchtige omgeving. De werken van liefde en barmhartigheid, waar zorgvuldige begrafenis, en bijstand aan zieken en melaatsen onder vallen, mikten op het opheffen van armoede en ellende. Een mentaliteit van samen delen en de plicht een testament te maken waren bedoeld om geweld tussen families of binnen families te voorkomen. up

De regel van paus Nicolaas IV (1289)

21 In 1289 krijgt de Derde Orde een regel van paus Nicolaas IV, die de bullle "Supra montem" in Rieti laat verschijnen. Als Hiëronymus van Ascoli Piceno was hij van 1274 tot 1279 minister generaal van de minderbroeders geweest.

22 In Franciscus' brief aan de Gelovigen gaat het meer om de mentaliteit, de geest, van het leven in boetvaardigheid. De bulle van Nicolaas probeert eerder regelingen te treffen voor allerlei praktische zaken.

23 We werpen even een blik op deze regel om te laten zien hoe de structuur van het boetvaardige leven van franciscaanse tertiarissen er aan het eind van de 13e eeuw uitzag. Laten we daarbij niet vergeten dat deze regel een lange geschiedenis heeft. Ze blijft van gelding tot aan het eind van de 19e eeuw, en regelde dus eeuwenlang het leven van de derde orde.

De Derde Orde van 1289 tot de 20e eeuw

24 De regel van paus Nicolaas zorgde voor een innige en juridische verbondenheid tussen de eerste en de derde orde. Op de lange duur leidde dit tot een te grote afhankelijkheid van de derde orde van de eerste.

25 In de 17e en 18e eeuw raakte de derde orde in een crisis verzeild. De orde omschreef zich in vage termen als instituut, broederschap, gezelschap, college e.d. De juridische status van de leden werd ook onduidelijk. Ze werden soms als middenweg tussen religieuzen en leken beschouwd.

26 In de 20e eeuw kwam een proces van vernieuwing op gang. Dit was deels de vrucht van sociale hervorming als nasleep van de Franse Revolutie gepaard aan het begin van de Industriële Revolutie. Paus Leo XIII trok zich de situatie aan. Hij wilde de derde orde betrekken in zijn streven naar sociale hervorming. Hij gaf ze in 1883 zelfs een nieuwe regel.

27 Pius X, zelf lid van de derde orde, drong er bij de eerste orde op aan de geestelijke zorg voor de derde orde op zich te nemen met het oog op echte sociale hervorming. De derde orde werd zo nog afhankelijker van de eerste. Het werd steeds duidelijker dat de derde orde autonoom zou moeten worden. Na het tweede Vaticaans Concilie gebeurde dit ook. up

De franciscaanse lekenorde

28 Op het generaal kapittel van 1950 werd het verlangen naar een nieuwe regel uitgesproken. In 1957 kreeg de orde nieuwe generale constituties, die haar een spirituele, sociale en apostolische oriëntatie wilde geven.

29 In 1966 begon het werk aan een nieuwe regel. Op 24 juni 1978 keurde Paulus VI de nieuwe regel goed. In de proloog vinden we Franciscus' Brief aan de Gelovigen terug. De derde orde kreeg tevens een nieuwe naam: de seculiere franciscaanse orde. In Nederland spreekt men gewoonlijk van Franciscaanse Lekenorde (FLO). In november 2005 besloot men de naam Orde van Franciscaanse Seculieren (OFS) aan te nemen. Hierbij sluit men aan bij internationaal gebruik. Bovendien is het zo dat ook diakens en priesters lid van deze orde zijn.
© Hans Sevenhoven


Klik om een email te versturen,
09-01-2009 up